Prinsjesdagspecial 2019
Prinsjesdagspecial 2019
18 september 2019
Welke voorstellen bevat het pakket Belastingplan 2020? De Prinsjesdagspecial, opgesteld in opdracht van de NBA, biedt een handzaam overzicht van de aangekondigde maatregelen.
Het Belastingplan 2020 staat volgens het kabinet in het teken van de verbetering van de koopkracht van de burgers. Het gaat nog steeds goed met de economie, de werkgelegenheid en de overheidsfinanciën. Het kabinet vindt het belangrijk dat burgers hiervan meeprofiteren. Het bedrijfsleven moet volgens de plannen wel gaan inleveren.
1. Tweeschijvenstelsel al
in 2020 een feit
Het
kabinet stelt voor om de invoering van het tweeschijvenstelsel in de
inkomstenbelasting te versnellen. De invoering die aanvankelijk per januari
2021 zou plaatsvinden, wordt al per 1 januari 2020 gerealiseerd. Er komt een
basistarief van 37,35% en een toptarief van 49,5% in de inkomstenbelasting. In
2021 wordt het basistarief op grond van het wetsvoorstel verlaagd naar 37,10%.
2. Tarief voor
aftrekposten
Voor de
aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning en andere aangewezen
aftrekposten in de inkomstenbelasting, zoals de ondernemersaftrek en de aftrek
vanwege specifieke zorgkosten, zal in 2020 een aftrektarief van 46% gelden.
3. Algemene
heffingskorting extra verhoogd
De
algemene heffingskorting wordt in 2020 met € 78 extra verhoogd en in 2021 met €
2 extra bovenop de reeds geplande verhoging. Daarmee komt de algemene
heffingskorting in 2020 uit op € 2.711. In 2021 komt de algemene
heffingskorting uit op € 2.801.
4. Arbeidskorting
extra verhoogd
De
arbeidskorting wordt over het gehele traject verhoogd met in totaal € 285
extra, verdeeld over drie stappen in 2020, 2021 en 2022. In 2020 gaat de maximale
korting omhoog van € 3.399 naar € 3.819. In 2021 stijgt de arbeidskorting
verder naar € 4.143.
5. Verlaging
zelfstandigenaftrek
De
zelfstandigenaftrek zal per 2020 worden verlaagd van € 7.280 naar € 5.000 in
2028. Deze verlaging zal met acht stappen van € 250 en één stap van € 280
plaats gaan vinden.
6. Daling tarief
vennootschapsbelasting pas in 2021
Het
tarief in de vennootschapsbelasting voor winsten vanaf € 200.000 blijft in 2020
staan op 25% en daalt in 2021 naar 21,7%. De daling over de eerste schijf
blijft zoals die was: een daling naar 16,5% in 2020 en 15% in 2021.
7. Effectieve tarief
innovatiebox verhoogd
Het
effectieve tarief van de innovatiebox zal per 2021 worden verhoogd van 7% naar
9%.
8. Einde
betalingskorting
De
betalingskorting die geldt in de vennootschapsbelasting zal per 1 januari 2021
worden afgeschaft.
9. Liquidatie- en
stakingsverliesregeling aangepast
In 2021
zal de liquidatie- en stakingsverliesregeling in de vennootschapsbelasting
worden aangepast. Dit houdt in dat de verliezen alleen nog maar onder strikte
voorwaarden in aftrek kunnen worden gebracht.
10. Overgangsrecht
voor saldolijfrenten van vóór 2001 eindigt niet in 2021
Het
overgangsrecht voor bepaalde saldolijfrenten en voor bepaalde buitenlandse
pensioenen, waarvoor dit overgangsrecht nooit bedoeld was, zal niet worden
beëindigd en de afrekenverplichting hiervoor zal niet worden afgeschaft. De
beëindiging van het overgangsrecht en de afrekenverplichting wordt hierdoor
beperkt tot specifiek die oude saldolijfrenten waarmee belastingheffing
langdurig kan worden uitgesteld.
11. Vier wijzigingen in de werkkostenregeling
Vergroten vrije ruimte
mkb
Er wordt een tweeschijvenstelsel voorgesteld in de
berekening van de vrije ruimte. In de eerste schijf wordt de vrije ruimte vergroot
naar 1,7% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000. In de tweede schijf
geldt de huidige 1,2% over de resterende loonsom.
Onbelast vergoeden kosten
aanvraag VOG
Per 1 januari 2020 zullen de kosten voor de aanvraag
van een Verklaring omtrent gedrag (VOG) onder de gerichte vrijstelling van de
werkkostenregeling vallen. Dit betekent dat werkgevers de kosten voor de
aanvraag van een VOG onbelast mogen vergoeden aan werknemers zonder dat zij
daarvoor hun vrije ruimte hoeven in te zetten.
Uiterste moment aangifte en
afdracht eindheffing wordt verlengd
De werkgever krijgt vanaf 2020 wat langer de tijd en
moet de verschuldigde eindheffing in verband met het overschrijden van de vrije
ruimte van een kalenderjaar uiterlijk aangeven tegelijk met de aangifte over
het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar. Nu moet de werkgever
dit uiterlijk tegelijk met de aangifte over het eerste aangiftetijdvak van het
volgende kalenderjaar aangeven.
Bepalen waarde producten
uit eigen bedrijf
De waarde van producten uit eigen bedrijf wordt vanaf
2020 bepaald aan de hand van de waarde in het economische verkeer en niet meer
gebaseerd op het bedrag dat derden voor de producten moeten betalen.
12. Indexeren
onbelaste vrijwilligersvergoeding
De
maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt per 2020 jaarlijks
geïndexeerd. Vrijwilligers met vergoedingen en verstrekkingen van in totaal
maximaal € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar, zijn hierover geen
belasting en premie volksverzekeringen verschuldigd. De organisatie waarvoor
zij als vrijwilliger werkzaam zijn, is hierover ook geen premies
werknemersverzekeringen verschuldigd.
13. Vrijstelling
overheidsondernemingen verruimd
Voor drie
van de vrijstellingen voor overheidsondernemingen in de vennootschapsbelasting is
gebleken dat deze bij nader inzien te beperkt zijn vormgegeven en in bepaalde
situaties onbedoeld tot belastingheffing leiden. Dit is het geval bij de
vrijstelling voor onderwijs en onderzoek (de onderwijsvrijstelling), de
vrijstelling voor interne activiteiten en de quasi-inbestedingsvrijstelling.
Bij de onderwijsvrijstelling was onvoldoende rekening gehouden met de wijze van financiering bij door de overheid bekostigde scholen met een internationale afdeling. Bij de vrijstelling voor interne activiteiten en de quasi-inbestedingsvrijstelling bleek dat onvoldoende rekening is gehouden met de verschillende manieren waarop het Rijk in brede zin zich juridisch kan organiseren. Hierdoor kwamen bepaalde situaties, die materieel vergelijkbaar zijn met situaties die wel voor vrijstelling in aanmerking komen, buiten het toepassingsbereik van de vrijstelling. Daarom zullen die drie vrijstellingen worden verruimd. Dit was al goedgekeurd bij besluit van 19 juli 2019.
14. Invoeren
minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars
Om voor
banken en verzekeraars het fiscale voordeel van de financiering met vreemd
vermogen te beperken, zal een minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars
gaan gelden die de aftrek van de verschuldigde rente beperkt voor zover het
vreemd vermogen meer bedraagt dan 92% van het balanstotaal.
15. Verhuurderheffing
op twee punten aangepast
Er zal
een structurele heffingsvermindering geïntroduceerd worden voor nieuwbouw van
woningen met een huur onder de laagste aftoppingsgrens van de huurtoeslag in
regio’s waar de druk op de woningmarkt het grootst is (heffingsvermindering
nieuwbouw). Daarnaast komt er een tijdelijke vrijstelling voor tijdelijke
woningen die gerealiseerd worden in de periode 2020-2024 (vrijstelling
tijdelijke woningen).
Verhuurders die verhuurderheffing verschuldigd zijn en nieuwbouwwoningen realiseren in zogenoemde schaarstegebieden kunnen op grond van de voorgestelde maatregel in aanmerking komen voor een heffingsvermindering.
16. Verlaagd
btw-tarief voor elektronische uitgaven
Het
verlaagde btw-tarief zal met ingang van 1 januari 2020 worden uitgebreid voor
de levering of het uitlenen van elektronische uitgaven. Het zal straks voor de
btw dan ook niet meer uitmaken of bijvoorbeeld een boek op papier of op een cd
wordt geleverd (fysieke drager) of dat de gedigitaliseerde inhoud van een boek
langs elektronische weg wordt aangeboden. De ongelijke behandeling wordt dus
opgeheven.
17. Verlaagd
btw-tarief nieuwswebsites
Het
verlaagde btw-tarief van 9% zal met ingang van 1 januari 2020 ook worden
toegepast op het verlenen van toegang tot nieuwswebsites zoals die van
dagbladen, weekbladen en tijdschriften. Hier is wel de voorwaarde aan gekoppeld
dat de elektronische uitgaven en de nieuwswebsites niet uitsluitend of
hoofdzakelijk mogen bestaan uit reclamemateriaal of uit video-inhoud of
beluisterbare muziek.
18. Verhoging accijns
op tabaksproducten
De
accijns van sigaretten wordt met ingang van 1 april 2020 verhoogd zodat de
verkoopprijs van een pakje sigaretten van 20 stuks € 1 stijgt. Dit is een
eerste stap naar een verdere prijsverhoging van een pakje sigaretten tot € 10
in 2023. Om substitutie-effecten te voorkomen wordt ook het tarief van accijns
op rooktabak (vooral shag) per kilogram met ingang van dezelfde datum in
absolute zin gelijk verhoogd als het tarief van de accijns van 1000 sigaretten.
19. Vrijstellingen in
de assurantiebelasting van 21%
In de
assurantiebelasting worden twee vrijstellingen geïntroduceerd. De eerste
vrijstelling van assurantiebelasting heeft betrekking op verzekeringen die
geheel of gedeeltelijk mogelijke financiële verplichtingen afdekken die een
werkgever heeft bij de verplichting om het loon van een werknemer door te
betalen in geval van ziekte of doordat hij – als eigenrisicodrager – zelf het
risico draagt van de betaling van ziekengeld, WGA- en overlijdensuitkeringen.
De tweede vrijstelling van assurantiebelasting heeft betrekking op brede
weersverzekeringen die zijn afgesloten door actieve landbouwers. Dit is een
verzekering voor landbouwers om onverzekerbare weersrisico’s af te dekken.
20. Einde aftrek
bestuurlijke dwangsommen
Per 1
januari 2020 zullen kosten en lasten van bestuursrechtelijke dwangsommen worden
uitgesloten van aftrek bij de bepaling van de belastbare winst van ondernemers,
het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden bij resultaatgenieters (in
de inkomstenbelasting) en de belastbare winst bij lichamen (in de
vennootschapsbelasting).
21. WBSO versoepeld
Per 1
januari 2020 zal de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) worden
versoepeld. Het aantal momenten per jaar waarop een S&O-verklaring kan
worden aangevraagd zal worden uitgebreid van drie naar vier. De deadline waarop
organisaties een aanvraag mogen indienen, wordt de dag voorafgaand aan de
periode waarop de aanvraag betrekking heeft, in plaats van ten minste een maand
voorafgaand aan die periode.
Verder wordt termijnoverschrijding te wijten aan een verstoring van het digitale loket de indiener niet aangerekend. Het moet daarbij gaan om een termijnoverschrijding ter zake van de S&O-aanvraag, de opgave van de burgerservicenummers van de werknemers die S&O hebben verricht en de mededeling van de aan S&O bestede uren en van de eventuele gerealiseerde kosten en uitgaven.
22. Vergrijpboeten
beroepsbeoefenaars op grond van medeplegen openbaar gemaakt
Per 1
januari 2020 zullen bepaalde onherroepelijk geworden vergrijpboeten die aan
beroepsbeoefenaars op grond van medeplegen zijn opgelegd, openbaar worden
gemaakt. Over het algemeen zal het gaan om belastingadviseurs, maar er kunnen
ook andere dienstverleners onder worden begrepen, zoals notarissen, accountants
en advocaten
23. Inkeerregeling niet
voor aanmerkelijk belang
Boetevrije
inkeer is per 2020 niet meer mogelijk voor inkomen uit aanmerkelijk belang.
Verder wordt met de maatregel het onderscheid tussen inkomen uit sparen en
beleggen dat in het buitenland is opgekomen en inkomen dat in het binnenland is
opgekomen, weggenomen. Deze zijn uitgesloten.
24. Lichte daling
percentage eigenwoningforfait voor 2020
Voor
woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 gaat het
percentage voor het eigenwoningforfait dat nu nog op 0,65% staat in 2020 naar
0,60%. Dit percentage zakt vervolgens verder naar 0,50% in 2021 en 2022 en
tenslotte naar 0,45% in 2023. Voor woningen boven de € 1.060.000 blijft
het percentage 2,35%.
25. Definitie vaste
inrichting aangepast
Voor de
invulling van de definitie van het begrip vaste inrichting in de Wet
inkomstenbelasting, loonbelasting en vennootschapsbelasting wordt per 1 januari
2020 aangesloten bij de definitie van dat begrip in het belastingverdrag. Op
deze manier bestaat er in verdragssituaties geen verschil tussen het nationale
heffingsrecht en de heffingsbevoegdheid die Nederland toekomt op basis van het
betreffende belastingverdrag.
Voor niet-verdragssituaties wordt de definitie bepaald aan de hand van de meest recente versie van het OESO-modelverdrag en dus ook bij de wijzigingen van de definitie van het begrip vaste inrichting die zijn aanbevolen in het eindrapport bij actiepunt 7 van het BEPS-project.
26. Nieuwe regels earnings
stripping-beschikking
Een
beschikking met betrekking tot het voort te wentelen saldo aan renten kan per
2020 worden herzien als sprake is van een nieuw feit, kwade trouw of een voor
de belastingplichtige redelijkerwijs kenbare fout. Hiervoor zal eenzelfde
termijn gaan gelden als ook voor navordering van te weinig geheven belasting.
Verder zal een beschikking worden gegeven indien het voortgewentelde saldo aan
renten van een eerder jaar in aftrek komt bij het bepalen van de winst van een
later jaar.
27. Aanpassen
afvalstoffenbelasting
Per 1
januari 2020 zal wettelijk geregeld worden dat het verwijderen (in de regel
storten) van verbrandingsresten in de eigen inrichting buiten de heffing van
afvalstoffenbelasting valt. Hierbij geldt de voorwaarde dat die
verbrandingsresten zijn ontstaan door het verbranden van aan die inrichting ter
verwijdering afgegeven afvalstoffen waarover afvalstoffenbelasting is geheven.
In alle andere situaties blijft de verwijdering van verbrandingsresten binnen
de inrichting waarin deze zijn ontstaan een belastbaar feit. Hierbij valt te denken
aan verbrandingsresten die zijn ontstaan uit afvalstoffen die buiten de heffing
van afvalstoffenbelasting vallen, zoals buitenlands afval, of waarvoor een
vrijstelling geldt, zoals zuiveringsslib.
28. Keuzeregeling
elektronisch berichtenverkeer
De belastingplichtige
kan per 1 januari 2020 kiezen of hij berichten van de Belastingdienst
elektronisch of per post toegezonden wil krijgen. De gemaakte keuze geldt in
beginsel voor alle uitgaande berichten van de Belastingdienst. Voor bepaalde
berichten (bijvoorbeeld Douane), groepen (ondernemers) en in bepaalde
omstandigheden geldt deze keuzeregeling niet.
29. Belastingrente
vennootschapsbelasting aangepast
Per 1
januari 2020 zal geen belastingrente in rekening worden gebracht als de
aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend voor de eerste dag van de zesde
maand na het tijdvak waarover de belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni).
Hierbij geldt de voorwaarde dat de belastingaanslag wordt vastgesteld
overeenkomstig de ingediende aangifte.
30. Belastingrente
erfbelasting aangepast
Per 1
januari 2020 zal geen belastingrente in rekening worden gebracht als het
verzoek om een voorlopige aanslag of de aangifte is ontvangen binnen de
aangiftetermijn die in de betreffende situatie geldt. Dit is wel onder voorwaarde
dat de aanslag erfbelasting wordt vastgesteld overeenkomstig dat verzoek of die
aangifte.
31. Tonnageregeling
aangepast
Per 1
januari 2020 wordt de tonnageregeling aanscherpt op het terrein van tijd- of
reischarter, het vlagvereiste en werkzaamheden anders dan vervoer van zaken of
personen in het internationale verkeer over zee.
32. Introductie
bronbelasting op rente en royalty's
Per 1
januari 2021 zal er een bronbelasting ingevoerd worden op rente- en
royaltybetalingen door een in Nederland gevestigd lichaam aan een in een land
met geen of laag winsttarief (lager dan 9%) gevestigd gelieerd lichaam en in
misbruiksituaties. Het tarief van de bronbelasting op rente- en
royaltybetalingen zal 21,7% bedragen.
33. Elektrisch
autorijden blijft aantrekkelijk
De huidige
belastingvoordelen, die in 2021 zouden aflopen, blijven de komende jaren
grotendeels bestaan. Tot 2025 betalen kopers en eigenaren van elektrische
auto's bijvoorbeeld geen aanschafbelasting (bpm) en motorrijtuigenbelasting.
34. Bijtelling
elektrische auto van de zaak omhoog
Per 1
januari 2020 zal het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s van de zaak
verhoogd worden van 4% naar 8% over de eerste € 45.000. In 2021 zal de
bijtelling verhoogd worden naar 12% over de eerste € 40.000 en voor de jaren
2022 tot en met 2024 zal het bijtellingspercentage 16% bedragen. In 2025 is de
bijtelling 17%. Uiteindelijk zal de bijtelling in 2026 gelijk zijn aan het
percentage van alle andere auto’s en 22% bedragen.
35. Overdrachtsbelasting
niet-woningen omhoog
Per 1
januari 2021 zal de overdrachtsbelasting voor niet-woningen verhoogd worden met
1%-punt. Het tarief gaat daardoor van 6% naar 7%. Niet-woningen zijn
bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen, bedrijfsruimten, grond die bestemd is voor
woningbouw en hotels en pensions.
De verhoging geldt niet voor de verkrijging van woningen. Daarop blijft het verlaagde tarief van 2% van toepassing.
36. Heffing op
buitenlands afval
Per 1
januari zullen afvalstoffen die uit het buitenland zijn overgebracht naar
Nederland om hier te worden verwijderd (in de regel om te worden verbrand) in
de heffing van de afvalstoffenbelasting worden betrokken.
37. Verhoging accijns
op diesel
De
accijns op diesel gaat per 1 januari 2021 en per 1 januari 2023, met 1 cent per
liter omhoog.
38. Versobering
korting mrb bestelauto’s van ondernemers
De
mrb-tarieven voor bestelbussen van ondernemers worden jaarlijks met gemiddeld €
24 verhoogd in 2021 tot 2024. In 2025 wordt dit weer verlaagd met € 24. Deze
verhoging wordt procentueel ingezet, zodat lichtere bestelauto’s een lagere
verhoging krijgen en zwaardere bestelauto’s een hogere verhoging.
39. Wijzigingen
energiebelasting
De
trieven van de energiebelasting worden aangepast. Daarnaast wordt de
belastingvermindering op de energiebelasting verhoogd. De tarieven van de
opslag duurzame energie (ODE) zullen ook aangepast worden voor 2020, zodat de
lasten eerlijker verdeeld worden tussen huishoudens en bedrijven. Voor
huishoudens met een gemiddeld gebruik daalt het belastingdeel van de
energierekening in 2020 met € 100. Bedrijven krijgen juist een hogere
energierekening. Vanaf 2020 dragen bedrijven meer bij aan de ODE op de energierekening
dan particuliere verbruikers; twee derde deel in plaats van de helft nu.
40. Vereenvoudigde
btw-regels in EU-verband
Per 1
januari 2020 gaan er vereenvoudigde en geharmoniseerde btw-regels gelden voor
voorraad op afroep en voor het bewijs van intracommunautair vervoer van
goederen, het btw-identificatienummer als materiële voorwaarde voor toepassing
van het btw-nultarief en een specifieke regeling voor ketentransacties. Dit
heeft gevolgen voor ondernemers die goederen leveren aan afnemers in andere
EU-lidstaten.
41. Fiscale aftrek
scholingsuitgaven
De
fiscale aftrek van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting wordt op termijn
afgeschaft. Hiervoor in de plaatst komt een individuele leerrekening. Deze zal
worden opgenomen in een wettelijke regeling, de Subsidieregeling STAP-budget
(Stimulans van de Arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band
met de Nederlandse arbeidsmarkt.
Aangezien al aangekondigd is dat de inwerkingtreding van de Subsidieregeling STAP-budget per 1 januari 2020 niet haalbaar is, kan de belastingplichtige in ieder geval in 2020 nog gebruik maken van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven.
Bron: NBA
https://www.nba.nl/nieuws-en-agenda/nieuwsarchief/2019/september/prinsjesdagspecial-2019/







